Morfodynamica van het zeegat van Texel

Het grootste zeegat van de Nederlandse Waddenzee, het Zeegat van Texel, heeft na afsluiting van de Zuiderzee (1926-1932) drastische veranderingen ondergaan in de morfologie van het bekken, de buitendelta en de aanliggende kusten. Grote zandverliezen zijn opgetreden langs de kusten van Texel en Noord-Holland en locaal is er grote uitschuring opgetreden door de vorming van getijgeulen direct langs de kust. De grootschalige verliezen zijn gerelateerd aan de zandvraag van het bekken om te compenseren voor de effecten van de Afsluiting en relatieve zeespiegelstijging. Alhoewel de Afsluiting van de Zuiderzee al bijna 75 jaar geleden heeft plaatsgevonden behoort het kustonderhoud in deze regio nog steeds tot de meest intensieve binnen het Nederlandse kustsysteem. Naast het handhaven van de kustlijn draagt RWS tevens zorg voor het waarborgen van de zandvoorraad van het kustfundament. Innovatieve suppletiemethoden zoals systeemsuppleties zouden bijvoorbeeld gebruikt kunnen worden om de eilandkusten en buitendeltas te behouden. Innovatief zeegatbeheer verreist echter wel voldoende systeemkennis om de morfologische consequenties te kunnen overzien; een belangrijk aspect gezien de beschermde status van de Waddenzee. De processen die de uitwisseling van het sediment tussen de kust, de buitendelta, het zeegat en het bekken bepalen zijn hierbij van cruciaal belang. In onderhavig rapport worden de resultaten van een promotieonderzoek (Elias, 2006), waarin nieuwe kennis van en inzichten in de werking van het systeem Zeegat van Texel verkregen is, samengevat. Daarnaast is een vertaling gemaakt naar het effectief handhaven van de kustlijn van de Kop van Noord- Holland en zuidwest Texel en het waarborgen van de zandvoorraad in het kustfundament. De onderzoeksvraagstukken die centraal staan in dit rapport zijn: 1. Wat is het effect van de stijging van de zeespiegel, van de aanleg van de Afsluitdijk en andere menselijke ingrepen?; 2. Wat zijn de zandverliezen op dieper water in de 'zandbak' rond het zeegat van Texel?; 3. Wat is de structurele achteruitgang van de kust bij de kop van Noord-Holland?; 4. Wat zijn de locale ontwikkelingen van de kustlijn van Callantsoog tot Den Helder?; 5. Hoe zijn de lokale ontwikkelingen gekoppeld aan de grootschalige veranderingen en menselijke ingrepen?;

Datum rapport
1 augustus 2006
Auteurs
Bruens, A.W., Cleveringa, J., Elias, E., Kreeke, J. van der, Roelvink, J.A., Ronde, J.G. de, Spek, A.J.F. van der, Stive, M.J.F.
Auteur
Technische Universiteit Delft (TUD); Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Rijksinstituut voor Kust en Zee (RWS, RIKZ); E. Elias; m.m.v. M.J.F. Stive, J.A. Roelvink, J. van der Kreeke, J. Cleveringa, A.J.F. van der Spek, J.G. de Rond...
Uitgever
TU-Delft.
Annotatie
79 p.
ill.
Met lit.opg.
Rapport opgesteld in samenwerking met: Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Rijksinstituut voor Kust en Zee (RWS, RIKZ)
Documentnummer
346085