De waterkeringen in de toegangssluizen van de Oosterpolder

De toegangssluizen van de Noordoostpolder (Urk, Lemmer en de Voorst) zijn ingericht met een stel houten puntdeuren in elk der sluishoofden, terwijl als noodkering een inrichting van van pijpvormige stalen schotbalken aan de hoogwaterzijde van de deuren in het bovenhoofd aanwezig is. Gemeend werd, dat met deze inrichting een zuinige en voldoende zekerheid biedende oplossing zou worden verkregen. Na beoordeling van de toestand in de Noordoostpolder met betrekking tot aanvaring van deuren bovenhoofd en benedenhoofd, de werking van de noodkering en onderhoud van de deuren, wordt geconcludeerd dat een noodkering zoals bij de Noordoostpoldersluizen is uitgevoerd, slechts in zeer verbeterde vorm voor de sluizen in de Oosterpolder in aanmerking komt. Een vijftal varianten voor de inrichting van deze sluizen wordt besproken.

Datum rapport
1 januari 1950
Auteur
[Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat], Dienst der Zuiderzeewerken (RWS, ZZW); door J.C. le Nobel
Annotatie
6 p.
2 tek.
(Nota / ZZW ; 207)
Documentnummer
238369