Een natuurlijker Maas. Herinrichting van de oevers in de Zandmaas, Bedijkte Maas en Getijdemaas. Samenvattende rapportage 2010
Het merendeel van de huidige Maasoevers is met stenen verdedigd en vormt een ecologisch weinig interessante grens tussen water en land. Deze harde verdediging van de oevers is vrij recent in de vorige eeuw uitgevoerd en diende om afkalving van de oevers tegen te gaan om zo verlies van landbouwgrond te voorkomen. Uit nautisch oogpunt is het in steen leggen van de oevers niet nodig. Door de ingreep veranderde het karakter van de Maas. De dynamiek werd aan banden gelegd en steilwanden en zandstrandjes verdwenen. Met het verdwijnen van de steilwanden en zandstrandjes verdwenen ook grotendeels de bijbehorende karakteristieke flora- en faunasoorten van deze habitats. Soorten van flora en fauna die zijn verdwenen of achteruit zijn gegaan zijn bijvoorbeeld Rapunzelkokje, Rode ogentroost en Wilde marjolein, de Blauwborst, Sprinkhaanzanger, IJsvogel en Oeverzwaluw en diverse libellensoorten, waaronder de Beek- en Rivierrombout. Om het ecologisch functioneren van de weinig interessante land-waterovergangen te verbeteren zijn tot voor kort maatregelen toegepast die gebaseerd waren op het natuurtechnisch inrichten van de oevers zoals bijvoorbeeld het creëren van plasdrassituaties achter vooroeverconstructies en het graven van hoogwatergeulen. Door deze maatregelen veranderde niet de oeverdynamiek, maar in de luwe milieus kunnen wel ecologisch interessante moeraslevensgemeenschappen tot ontwikkeling komen die lokaal bijgedragen aan een ecologische verbetering van de Maas.