Historische waarnemingen van infauna uit het Voordelta gebied

Binnen het Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR) is een uitbreiding van de Rotterdamse haven door middel van een landaanwinning inclusief wettelijk verplichte natuurcompensatie (uitgewerkt als zeereservaat) gepland. Als voorbereiding op de effectstudies (na aanleg van het zeereservaat) worden momenteel studies uitgevoerd gericht op het bepalen van een zogenaamde t0 situatie voor de infauna op de toekomstige locaties van de landaanwinning, de zeereservaten en de controle gebieden voor diens effecten. Bij de monitoring studies voor de t0 situatie is in het bijzonder de aandacht gevestigd op de ruimtelijke variatie/gradiënten, omdat patronen het onderscheidingsvermogen van de effectstudies negatief kunnen beïnvloeden (Escaravage et al., 2004). Naast de ruimtelijke variatiebronnen kunnen ook temporele tendensen de detectiegrens van de effectstudies omlaag brengen. Om die reden is er voor een evaluatie van de nulmeting geadviseerd de historische bodemdiergegevens uit de voordelta te analyseren.

De huidige studie doelt op de analyse van temporele tendensen in de bodemdieren van verscheidene studiegebieden in de voordelta op basis van monitoring gegevens verzameld tussen 1962 en 2004.

De algemene conclusie van deze studie is dat er voldoende data aanwezig zijn om dichtheid en biomassa ontwikkelingen en veranderingen in diversiteit en levensgemeenschappen over de periode 1983-2004 te analyseren in de gehele noordelijke en centrale Voordelta. De discontinuïteiten tussen de monitoringsprogramma’s ondermijnen echter het onderscheidingsvermogen van de huidige studie.

Datum rapport
16 juni 2006
Auteurs
Escaravage, V., Sistermans, W., Wijnhoven, S.
Documentnummer
NIOO-CEME Rapport 2006-04 ISSN 1381-6519