Veiligheidsonderzoek Schiphol 2005 : eindrapport

Constateert dat er tussen de verschillende onderdelen van de ondernemingen in het luchtvaartproces aanzienlijke verschillen zijn in de wijze waarop zij hun verantwoordelijkheid voor veiligheid invullen. De verschillen tussen de organisaties op veiligheidsgebied bieden kansen als organisaties erin slagen om van elkaar te leren door het uitwisselen van informatie en ervaring alsmede het afstemmen van doelen en systemen. Zowel op tactisch, strategisch als op operationeel gebied is er nog ruimte voor verbeteringen. Pleit voor een rationalisering van de veiligheidsdiscussie en het veiligheidsmanagement op Schiphol. Ziet de verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen van een risicomanagementsysteem voornamelijk bij de sector zelf liggen, maar ziet ook een rol voor de luchtvaartautoriteiten in dit ontwikkelingsproces weggelegd. Stelt dat een te snelle en generieke ontwikkeling binnen de Nederlandse Luchtvaartautoriteiten naar een meer 'afstandelijke rol' waarbij veel verantwoordelijkheid bij de sector ligt, voor de minder gereguleerde en/of georganiseerde delen van de sector (inclusief interfaces) risico's op veiligheidsgebied met zich mee kan brengen, doordat op systeemniveau geen borging van de veiligheidsketen plaatsvindt. Aan de hand van negen casestudies worden sterke en zwakke punten geïdentificeerd in het huidige beleid, processen, procedures en activiteiten die invloed hebben op de veiligheid op en rondom Schiphol.