Onderzoek nauwkeurigheid debietrandvoorwaarden Noordelijk Deltabekken

In opdracht van Rijkswaterstaat Directie Zuid-Holland wordt een 2 DH (WAQUA) waterbewegingsmodel ontwikkeld op basis van de BASELINE-systematiek. Deze ontwikkeling bevindt zich momenteel in de kalibratie-fase. Deze kalibratie-fase verloopt niet probleemloos. De door het model berekende waterstanden wijken teveel af van de meetgegevens. Met name in het afvoergedomineerde (oostelijke) deel van het model is deze afwijking aanzienlijk. Een van de redenen voor deze relatief grote afwijking kan zijn gelegen in de kwaliteit (nauwkeurigheid) van de bovenstroomse debietrandvoorwaarden (locaties Tiel, Hagestein, Megen). Een belronde langs een aantal deskundigen bevestigt dat de kwaliteit van deze randvoorwaarden inderdaad niet onomstreden is. Als oorzaken voor de slechte kwaliteit worden genoemd: het gebruik van QH-relaties (hysterese -effect); het gebruik van verouderde / onjuiste QH-relaties; het niet up-to-date zijn van profielen in ADM te Megen en Hagestein. Het gevolg van de slechte kwaliteit (geringe nauwkeurigheid) van de bovenstroomse debietrandvoorwaarden kan zijn dat de bij de kalibratie toegepaste debieten aanzienlijk afwijkend zijn van de werkelijk opgetreden debieten, waardoor de door het model berekende waterstanden afwijken van de gemeten waterstanden. Rijkwaterstaat Directie Zuid-Holland heeft daarom HKV LIJN IN WATER per brief met kenmerk APS/2002/8783 van datum 15 juli 2002 (Bijl, 2002) gevraagd offerte uit te brengen voor een onderzoek naar de debietrandvoorwaarden voor het Noordelijk Deltabekken. Op 5 augustus 2002 is door Directie Zuid-Holland opdracht verleend aan HKV LIJN IN WATER om het onderzoek uit te voeren onder contractnummer ZHAO1902200.