Correlaties en meerdimensionale statistiek

Hoofddoel van dit rapport is het vergelijken van de resultaten voor de acht modellen, om daaruit conclusies te kunnen trekken over de bruikbaarheid van de modellen, maar ook om te zien in welke mate faalkansen afhangen van het gebruikte model. In de analyses wordt elk model gefit aan de data. Vervolgens worden (voor elke case) drie typen faalgebieden beschouwd, en wordt voor ieder model per faalgebied de faalkans berekend. De met de verschillende modellen berekende faalkansen worden vervolgens vergeleken. Om zicht te krijgen op de gevoeligheid van de resultaten voor de parameterkeuzes in de modellen, worden (behalve voor de parametervrije methode De Haan) naast de ‘beste’ fit aan de data, ook een fit met een te sterke correlatie beschouwd, en ook een fit met een te zwakke correlatie. De weinig verassende conclusie is dat de keuze van het correlatiemodel een zeer grote invloed kan hebben op de faalkans. Het eigenlijke nut van dit rapport bestaat eruit dat gedemonstreerd wordt – door middel van vele figuren – hoe de diverse modellen in concrete situaties uitpakken. Ook geeft het rapport een goede indruk in welke mate faalkansen verschillen bij gebruik van correlatiemodellen die elk voor zich de data redelijk goed beschrijven, zie hoofdstuk 7 voor conclusies voor dit punt.

Datum rapport
1 november 2006
Auteurs
Diermanse, F., Geerse, C.
Auteur
C. Geerse, F. Diermanse ; HKV Lijn in Water (HKV) ; WL|Delft Hydraulics
Annotatie
124 p.
bijl., ill.
Met lit.opg.
PR1175
In opdracht van Rijkswaterstaat, Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling (RWS, RIZA)
Documentnummer
759465