Gevolgen EU richtlijnen voor Oosterschelde : pilotstudie

Aanleiding voor het starten van een pilotstudie Oosterschelde was de vraag: welke gevolgen hebben de Europese richtlijnen voor het beheer van de Oosterschelde en op welke wijze kan aan deze richtlijnen worden voldaan. En meer in het bijzonder: hoe zorg je ervoor dat de vereisten van deze richtlijnen, met name de Kaderrichtlijn Water (KRW) en de Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR), met elkaar in overeenstemming zijn. Een andere aanleiding voor de pilotstudie is een opdracht van het ministerie van Verkeer en Waterstaat om te onderzoeken of er een maatschappelijk aanvaardbare oplossing is voor de 'zandhonger' in de Oosterschelde: het autonome proces van de afbraak van het intergetijdengebied. In het project 'Verkenning zandhonger' vindt dit onderzoek plaats. In dit rapport zijn mogelijke maatregelen in pakketten gegroepeerd met oplopende ambitieniveaus voor de ecologische toestand en voor de chemische toestand van de Oosterschelde. Dit vormt de eerste stap in een proces van afweging van maatschappelijke effecten en kosten. Herstel van de morfodynamiek en het ecologisch herstel zijn zo nauw met elkaar verbonden dat voor deze opgaven de maatregelen zijn gecombineerd. Voor de verbetering van de waterkwaliteit zijn aparte pakketten van maatregelen samengesteld, ook met oplopend ambitieniveau.

Datum rapport
1 januari 2006
Auteurs
Menke, M.
Auteur
M. Menke; ARCADIS Ruimte & Milieu
Uitgever
Arcadis.
Annotatie
66 p.
ill.
Definitief rapport 110643/CE6/304/000567
In opdracht van Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Directie Zeeland (RWS, ZLD)
Documentnummer
353803