Het beheer van ondiepe oeverstroken langs de Twenthekanalen : 2004-2014

In ondiepe oeverstroken langs de Twenthekanalen en de Zuid-Willemsvaart, is de relatie onderzocht tussen de vegetatie en eigenschappen van water en waterbodem, met als doel de kenmerken te vinden die de aan- of afwezigheid van wortelende waterplanten kunnen verklaren. Deze waterplanten kwamen voor bij een lage turbiditeit, een geringe slibafzetting (minder dan twee cm) en lage ammoniumconcentraties in het (porie)water. Ongewenste kroosdekken zonder doelsoorten werden aangetroffen in stagnant water boven een relatief dikke sliblaag. Voor de inrichting van natuurvriendelijke oevers waarin wortelende waterplanten centraal staan is het essentieel om slibaccumulatie te voorkomen. Van belang is het vermijden van situaties waarin kanaalwater stagneert boven voedselrijk slib. Ondiepe stroken die volledig van het kanaal geïsoleerd zijn en die gevoed worden door grondwater bieden alternatieve mogelijkheden aan deze groep van planten.

Datum rapport
1 januari 2003
Auteurs
Boedeltje, G.
Auteur
Ger Boedeltje; Bureau Daslook
Uitgever
Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Directie Oost-Nederland, Dienstkring Twenthekanalen en IJsseldelta [etc.].
Annotatie
29 p.
bijl., ill.
Publicatienr. DWW-2003-140
In opdracht van RWS, Oost-Nederland, Dienstkring Twenthekanalen en IJsseldelta ; begeleiding: P. Duijn (RWS, DWW)
Documentnummer
272795