Bestemming van den grond uit de kanalen

Uit het baggerspecie komen klei, veen en zand. Klei mag niet willekeurig in de polder gestort worden, storten van een dikke laag zuiver veen op de polderbodem maakt deze waardeloos. Zand zal zoveel mogelijk in geconcentreerde depots geborgen worden alvorens wordt bekeken waar het storten ervan het meeste nut heeft. Het zal in ieder geval bij de dijkversterking worden gebruikt.

Datum rapport
1 januari 1938
Auteur
Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Directie der] Zuiderzeewerken (ZZW); [J.G. Schilthuis
Annotatie
[19] p.
Bevat tevens: Samenvatting van de bespreking inzake de vraagpunten... (11 november 1983 te Alkmaar) en Het baggeren van kanalen in de N.O.P., verdeeling van de specie / V.J.P. de Blocq van Kuffeler
Documentnummer
201662