Adviesnotitie : het vergelijken van alternatieven in de trajectnota's/MER van de SWAB-planstudies
Is opgesteld voor het bevoegd gezag van V&W (DGP) en projectleiders/medewerkers van de SWAB verbredings-/benuttingsplanstudies van Rijkswaterstaat. De notitie is opgesteld in navolging op twee eerder door het Tracé/m.e.r.-centrum opgestelde adviezen, te weten het Advies inhoudelijke afstemming van de SWAB-Startnotites (september 1998) en het Advies Afstemming aanpak en presentatie SWAB planstudies (maart 1999). In de genoemde adviezen is aangegeven hoe en welke milieu-effecten onderzocht zouden moeten worden en is aangegeven hoe dit het beste gepresenteerd zou kunnen worden. Het volgende advies gaat in op een vervolgstap hiervan, nl. het samenvattende en concluderende hoofdstuk in de TN/MER. Tijdens het vooronderzoek is een aantal tracé/m.e.r.-studies documenten geanalyseerd op de wijze waarop de alternatieven zijn vergeleken. De tracé/m.e.r.-studies zijn: Callandverbinding; A15 Maasvlakte-Vaanplein; A2 Everdingen-Deil; A4 Burgerveen-Leiden; N200 omlegging Halfweg. Bij het opstellen van deze adviesnotitie is ook gebruikt gemaakt van de ervaringen van het Tracé/m.e.r.-centrum die zijn opgedaan bij het ontwikkelen van de vergelijkingsmethode voor de TN/MER A16/13 (Ontwikkeling en uitvoering afweegmethode effecten RW16/13 Terbregseplein - Kleinpolderplein, d.d. maart 1999)