Regionale woningmarktgebieden : verschillen en overeenkomsten

Wanneer maatregelen worden getroffen om de Nederlandse woningmarkt beter te laten functioneren, moet rekening worden gehouden met de regionale diversiteit van de woningmarkt: de problematiek is niet overal hetzelfde of even belangrijk. Er zijn bijvoorbeeld aanzienlijke verschillen in het percentage koopwoningen en het prijspeil van koopwoningen. Ook binnen de woningmarktgebieden bestaan grote verschillen, in het bijzonder tussen de grote kernen, overloopgemeenten en omliggende (plattelands)gemeenten. Dat is de conclusie. In Zeeuws-Vlaanderen is het aandeel eigenwoningbezit bijvoorbeeld hoog, in Amsterdam juist laag. Wat betreft de herkomst van bewoners neemt Almere een aparte positie in: in deze stad hebben niet-westerse allochtonen bijna even vaak een eigen woning als autochtonen, terwijl het aandeel eigenwoningbezit landelijk gezien bij autochtonen veel hoger is. De netto woonuitgaven van eigenaren-bewoners variëren eveneens over regio's: in de twee woningmarktgebieden in de Randstad (ROA+ en Haaglanden) zijn deze uitgaven hoger dan in de andere gebieden. Bij huurders daarentegen, is er vrijwel geen regionale variatie in de netto woonuitgaven. Wordt gekeken naar de woonuitgaven als aandeel van het inkomen, dan zijn er nauwelijks regionale verschillen, noch bij eigenaren-bewoners, noch bij huurders.

Datum rapport
1 januari 2008
Auteurs
Jong, A. de
Auteur
Jong, A. de; Planbureau voor de Leefomgeving (Den Haag/Bilthoven)
Uitgever
RPB.
Annotatie
ill.
ISBN 9789056626365
Met literatuuropgave.
Met samenvatting.
139 p.
Achtergronden / Ruimtelijk Planbureau
Documentnummer
487960