Geologie en morfodynamiek getijdengeulen : casus Borndiep, Zuidwest Ameland

Dit rapport beschrijft de invloed van erosiebestendige afzettingen in de ondergrond op de migratiesnelheid en vorm van het Borndiep, de getijdengeul ten westen van Ameland. Voor de analyse zijn ondergrondgegevens gebruikt (boringen en seismische data) en bathymetrische opnames over de periode 1989-2018. De analyse laat zien dat de vorm van de getijdengeul in de onderzochte periode sterk veranderd is en dat de aanwezigheid van erosiebestendige lagen grote invloed heeft gehad op de morfologische veranderingen. De aanwezigheid van een Holocene kleilaag (Formatie van Naaldwijk) aan de noordoostzijde van de geul heeft de migratie van de geul vertraagd en de vorming van steilranden en plateaus veroorzaakt. Op het moment dat rond 2013 de geulbodem harde potklei (Formatie van Peelo) raakte stopte verdere verdieping van de geul en vormde zich een vlakke geulbodem. Na het in contact komen met erosiebestendige lagen nemen de migratie- en verdiepingssnelheden af tot 25-30% van de snelheden daarvoor. De analyse bevestigt de hypothese dat migratiesnelheden en morfologische veranderingen sterk beïnvloed worden door de geologische opbouw rondom een getijdengeul. Daarnaast toont het onderzoek de meerwaarde aan van het combineren van boorgegevens, seismische data en bathymetrische data en laat het zien dat het hiermee mogelijk is om te begrijpen waarom bepaalde fluctuaties in migratiesnelheid en/of morfologische veranderingen optreden. Een opvallende waarneming is dat bij de aanwezigheid van een relatief dunne erosiebestendige laag (- 1 m) er niet alleen ter hoogte van deze laag een steile geulwand kan ontstaan, maar dat het steile stuk zich tot meerdere meters daaronder kan voortzetten. Het voorkomen van dergelijke hoge steile wanden vergroot waarschijnlijk de kans op relatief grote afschuivingen. Dit rapport valt binnen een opgezette onderzoekslijn naar de invloed van de geologische opbouw van de ondergrond op lange-termijn kust- en getijdenbekkenontwikkeling (Onderdeel van KPP programma B&O kust). Met de resultaten zet dit rapport een flinke stap voorwaarts in de ontwikkeling van een werkwijze om te komen tot een kwantificering van de erosiebestendigheid. Deze laatste zou verder gekwantificeerd moeten worden door vergelijkbare studies op te zetten in andere gebieden van de Waddenzee, literatuuronderzoek en (kleinschalige) labproeven. Daarnaast zou gestart moeten worden met de inbedding van geologie in morfodynamische modellen.

Datum rapport
1 oktober 2018
Auteurs
Forzoni, A., Hijma, M., Vermaas, T.
Auteur
A. Forzoni, M. Hijma, T. Vermaas ; Deltares
Uitgever
Deltares.
Annotatie
26 p. 
bijl., ill.
Met ref.
11202190-001
In opdracht van Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving (RWS, WVL)
Documentnummer
819463