Mitigatie zeegras Oosterschelde: proeven met het verplaatsen van klein zeegras (Zostera noltii) in de Oosterschelde

In dit project is onderzocht op welke wijze klein zeegras het beste kan worden verplaatst van locaties in de Oosterschelde, waar het zeegras door dijkversterkingswerkzaamheden moet verdwijnen, naar andere locaties binnen de Oosterschelde. Donorlocaties waren Slikken van Viane, Slik bij Goese Sas, Krabbenkreek-noord. Ontvangstlocaties waren Krabbenkreek-zuid en –noord, Slikken van de Dortsman, Roelshoek (kom Oosterschelde) en slikken van Viane. Bij de transplantaties is onder meer gewerkt met extra maatregelen om de aanwezigheid van wadpieren sterk te beperken. Dit is vooraf op uitvoerbaarheid getest met een aparte schelpenproef. Ook wordt aandacht besteed aan de mogelijke effecten van vraat door rotganzen op de groei van de verplaatste zeegrasplaggen en mogelijkheden dit te voorkomen. Rond de verplaatsingen is een uitgebreid monitorprogramma uitgevoerd waarbij onder andere is gekeken naar sedimentatie-erosieprocessen, bodemsamenstelling, groei van de planten en vorming van reserves (zetmeel in de rhizomen) door de planten voor de winteroverleving. Verder is gekeken naar uitzaaiingen vanuit de ontvangstlocaties naar de omgeving. Hier worden alle gepubliceerde rapporten binnen dit project weergegeven. Dit betreft eindrapporten en tussenrapporten voor de diverse projectfasen. In aparte beschrijvingen onder dezelfde titel zijn veldverslagen en andere relevante stukken te vinden. Deze zijn verdeeld over een aantal beschrijvingen per projectfase en daarbinnen eventueel naar jaar of onderwerp.

Datum rapport
2 april 2007
Auteurs
Giesen, W.B.J.T.
Auteur
W.B.J.T.Giesen (e.a.); Radbouduniversiteit Nijmegen
Uitgever
Radbouduniversiteit.
Annotatie
9 Rapporten verschenen tussen 2007 en 2014
Opdrachtgever: Projectbureau Zeeweringen, Rijkswaterstaat en Provincie Zeeland
Documentnummer
582998