Over de invloed van de strooitijd van stikstofmeststof op de opbrengst van granen in de IJsselmeerpolders
De vraag was of vroeg gezaaide granen en laat gezaaide granen een gelijke stistofbehoefte hebben, met op de achtergrond de gedachte, dat laat gezaaide granen niet in staat zouden zijn om de opgenomen stikstof in een zelfde mate te gebruiken voor de stro- en korrelproduktie als vroeg gezaaide granen. Ter verkrijging van inzicht in deze zaken werden verscheidene proefvelden aangelegd, waarbij bepaalde variaties in de zaaitijd van de granen, het tijdstipvan strooien en de hoeveelheid stikstof, werden gecombineerd.Geeft een overzicht van de stikstofbemestingsproefvelden die werden aangelegd. Presenteert een samenvatting van de proefveldresultaten. Aan de hand van enige oogstanalyses wordt besproken in hoeverre ze steun kunnen geven aan de richtlijnen, die zowel in de literatuur worden gegeven als voortkomen uit het proefveldonderzoek.
- Datum rapport
- 1 januari 1961
- Auteur
- [Ministerie van Verkeer en Waterstaat], Directie van de Wieringermeer (IJsselmeerpolders); door J.J. Jonker
- Uitgever
- Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Directie van de Wieringermeer (Noordoostpolderwerken).
- Annotatie
-
45 p.
bijl., graf., tab.
(Flevo-Bericht ; A no. 26)
Voordracht gehouden voor de Landbouwkundige Vergadering van de Directie van de Wieringermeer (IJsselmeerpolders) op 20 december 1960. - Lit. opg. - Documentnummer
- 93066