Invulling en toetsing effectruimte mobiliteitsbeleid : literatuurstudie
Op basis van modelberekeningen is vastgesteld dat er voor 35% van de spitsautomobilisten een geschikt alternatief is voor de auto. De vraag is welke segmenten binnen deze 35% potentiële overstappers bewogen kunnen worden ook daadwerkelijk voor alternatieven voor de auto te kiezen en op welke en op welke wijze deze segmenten daartoe aangezet kunnen worden. Om vast te stellen welke maatregelen een bijdrage kunnen leveren aan het stimuleren van het gebruik van auto-alternatieven wordt een aantal pilotprojecten uitgevoerd onder automobilisten die gebruik maken van de A12 (RW12) tussen Gouda en Den Haag en de A20 (RW20) tussen Nieuwerkerk a/d IJssel en Vlaardingen. Het project is gestart met een literatuuronderzoek naar de belemmeringen die automobilisten ervaren bij de overstap van de auto naar alternatieve vervoerswijzen en de effectiviteit van maatregelen die in het verleden zijn genomen om automobilisten uit de auto te krijgen. Bovendien wordt aandacht besteed aan specifieke omstandigheden op de A12 en de A20, waarmee bij de invulling van de pilotprojecten rekening moet worden gehouden. Het literatuuronderzoek, waarvan de belangrijkste resultaten in dit rapport zijn gepresenteerd, moet gezien worden als een soort van fundament en startdocument voor de volgende fasen van het project.