Analyse oeverontwikkelingen Grevelingenmeer : periode 1990-1998

In het Grevelingenmeer is onderzocht welke oeverontwikkelingen hebben plaatsgevonden in de periode 1990-1998. In dit kader is de verplaatsing beoordeeld van de hoogtelijn van NAP -020 m, oftewel de scheiding tussen land en water, en van de dieptelijn van NAP -2.00 m, oftewel de aangehouden scheiding tussen ondiep en diep water. Uit onderzoek kan worden geconcludeerd dat de bodemligging nog steeds verandert. Er vindt nog steeds erosie op de waterlijn plaats, soms wordt dit verschijnsel gecompenseerd door sedimentatie, soms vindt echter ook het omgekeerde plaats. Tevens moet worden opgemerkt dat voor de teen van de aangelegde verdedigingen nog steeds een verlaging van de bodemhoogte optreedt. Op sommige plaatsen mooet voor de stabiliteit van de indirecte oeververdediging worden gevreesd. Slechts tussen de 20-30% van de ontwikkelingen kan worden vergeleken met eerdere ontwikkelingen. De data zijn dan ook niet representatief voor de ontwikkelingen in het gehele bekken.

Datum rapport
1 januari 2000
Auteurs
Consemulder, J., Liek, G.J.
Auteur
Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Rijksinstituut voor Kust en Zee (RWS, RIKZ); J. Consemulder, G.J. Liek
Uitgever
RWS, RIKZ.
Annotatie
[11] p.
Bijl.
Ill., tab.
Werkdocument RIKZ/AB/2000/839x
Met samenvatting
Met lit.opg.
Documentnummer
266508