Hergebruik boorspecie Westerscheldetunnel : eindrapport
Bij het boren van de Westerscheldetunnel komt boorspecie vrij. In het kader van de Wet milieubeheer zal voor het voorgenomen storten van boorspecie in de Westerschelde een Milieu Effect Rapportage moeten worden opgesteld. Ten behoeve van deze MER-rapportage is onderzoek uitgevoerd naar de hergebruiksmogelijkheden van de vrijkomende boorspecie. De volgende toepassingsmogelijkheden zijn onderzocht: ophoogzand, (niet constructief) ophoogmateriaal, stortplaatsen, grondstof voor de keramische industrie (in België), waterkeringen en natuurbouw (oeverbescherming). De toepassingsmogelijkheden zijn getoetst aan de volgende aspecten: civiele technische eisen, milieuregelgeving, afzetmarkt, milieuvoordeel en kosten. Opgemerkt dient te worden dat de onderliggende getallen met de huidige kennis van zaken tot stand is gekomen en derhalve met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd dienen te worden. Uit de studie blijkt dat bepaalde fracties van de vrijkomende materialen kunnen worden toegepast bij grondwerk, waterkeringen, stortplaatsen; de afdichtingslaag en afdeklaag en in geluidswallen.
- Datum rapport
- 1 januari 1997
- Auteur
- Vergeer, G.J.H. ...[et al.]; Oranjewoud, afdeling Ruimte en Milieu
- Uitgever
- Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Dienst Weg- en Waterbouwkunde (RWS, DWW).
- Annotatie
-
bijl., fig., tab. In opdracht van Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Dienst Weg- en Waterbouwkunde (RWS, DWW). De studie is begeleid door de projectgroep MER-Westerscheldetunnel ; contactpersoon M.B.G. Ketelaars (RWS, DWW). - W-DWW-97-098
- Documentnummer
- 66093