De duinversterking bij de zuidpunt op Schouwen : verkenning en beoordeling van de beïnvloeding van de duinen als gevolg van werkzaamheden, voorgesteld door Rijkswaterstaat Deltadienst, afdeling Afsluitingswerken op Schouwen-Duiveland als onderdeel van de
In dit rapport worden de ligging van het gebied, de geogenese, de geomorfologie, de bodem, de vegetatatie en de hydrologische situatie geschetst. Het gebied bestaat uit oude strand- en duinzanden, waarop een deel Hollandveen en Afzettingen van Callais liggen. Deze gronden zijn in hun geheel bedekt met jong duinzand. Door de sterke erosie van de zeezijde-helling zijn klifduinen ontstaan. De aan te brengen duinbescherming bestaat uit een asfalt- en een stortsteendek. Dit dek loopt van N.A.P. tot 11 m + N.A.P. op en is ondoorlatend voor water. Het wordt afgedekt met een ca. 3 m dikke laag zand. De milieukundige beoordeling is gebaseerd op de eis: Het zo beperkt mogelijk houden van een nadelige beïnvloeding door de werkzaamheden op het huidige milieu. De belangrijkste voorstellen zijn daarom: 1. Een onderzoek naar de mate van de erosie in de toekomst. Dit in verband met de opzet van de Oosterscheldedam. 2. De konstruktie van de duinbescherming afhankelink te laten zijn van de opzet van de Oosterscheldedam. 3. Als blijkt dat het asfalt- en stortsteendek noodzakelijk is, ook na oplevering van de Oosterscheldedam, om de gewenste veiligheid te bereiken, een wijziging in het tracé an te brengen als voorgesteld.
- Datum rapport
- 1 januari 1975
- Auteur
- E. de Heer
- Uitgever
- Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Afdeling Milieu-Onderzoek.
- Annotatie
-
23 p. bijl., krt., tab. ; 30 cm Met bijl. - Rijkswaterstaat, Deltadienst, Afd. Milieu-Onderzoek praktikanten rapport 1 - 75. Rapport, gemaakt naar aanleiding van een stage bij Rijkswaterstaat.
- Documentnummer
- 3821