Dashboard vorstschade op Rijkswegen : analyse van de winters 2012 en 2013

Door Rijkswaterstaat is in de winters 2012 en 2013 een database bijgehouden, waarin de gedurende die winters opgetreden vorstschade is geregistreerd. Dit rapport analyseert deze data in combinatie met de weergesteldheid. Uit het onderzoek blijkt, dat er regionaal grote verschillen in vorst/dooiwisselingen en hoeveelheden neerslag zijn. De aantallen vorst/dooiwisselingen in de winters 2012 en 2013 zijn niet significant verschillend. De hoeveelheden neerslag zijn in de winters 2012 en 2013 wel significant verschillend. Er zijn in de winter 2013 in totaal 3087 meldingen in de database geregistreerd. In de winter 2012 waren dat er 1255. Alhoewel het aantal schademeldingen is toegenomen wordt geconstateerd dat de omvang van de schade (zowel binnen als buiten de garantietermijn), afhankelijk van het type wegdek, in 2013 is afgenomen ten opzichte van die in 2012. In de winter 2013 is het aantal gaten ten gevolge van vorstschade sterk toegenomen, de hoeveelheid rafeling blijft constant en de hoeveelheid open naden neemt sterk af. Ten opzichte van de lengte en het oppervlak van het totale areaal is de omvang aan vorstschade te verwaarlozen. Voor de start van beide winterseizoenen is aan de regionale diensten een overzicht verstrekt van mogelijke risicovakken. Uit het onderzoek is gebleken, dat de definitie van een risicovak onvoldoende is. Er is een matig verband tussen het product van het aantal vorst/dooi wisselingen en de hoeveelheid neerslag. Indien het product groter is dan 5.000 is de verwachting, dat de kans op schademeldingen sterk gaat toenemen. Uit het door Infraquest uitgevoerde laboratoriumonderzoek blijkt, dat vorstschade vooral op treedt in die gevallen, waarbij het in het asfalt aanwezige water niet weg kan. Uit een statistische analyse blijkt, dat op een beperkt aantal wegvakken de vorstschade na 1 jaar terugkomt. De overall conclusie is, dat in relatie tot het totale oppervlak van het HWN, de vorstschade enorm mee valt. De grootste schadeomvang ten opzichte van het totale oppervlak van het HWN (0,25 %) wordt veroorzaakt door rafeling. Het oppervlak aan open naden en aan gaten is niet in een percentage uit te drukken (0,00 %). Slechts 0,5% van de filezwaarte in het laatste kwartaal van 2012 en het eerste kwartaal van 2013 wordt veroorzaakt door vorstschade. Mede debet hieraan is de efficiënte wijze waarop RWS de reparaties van beschadigde wegvakken uitvoert. Aanbevolen wordt, dat RWS een kostenafweging maakt omtrent de inspanningen die verricht moeten worden om de relatief geringe omvang aan vorstschade (maximaal 0,25 % van het oppervlak) en de relatief geringe invloed van de vorstschade op de filezwaarte (0,5 %) te verbeteren. Dit mede gezien in het licht van de mogelijkheid, dat ten minste 50% van de schade op de aannemer verhaald kan worden. Nader onderzoek dient zich vooral te richten op (de kwaliteit van) ZOAB+, de definitie van risicovakken en de invloed van een onvoldoende waterdoorlatendheid van rijstrook en vluchtstrook..

Datum rapport
31 december 2013
Auteurs
Kuijper, P.
Auteur
P. Kuijper ; Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat Grote Projecten en Onderhoud (RWS, GPO)
Uitgever
[Delft] RWS, GPO.
Annotatie
25 p.
ill., tab.
Met lit.opg.
Documentnummer
542955