Quickscan natuurwetgeving voor het Deltaprogramma IJsselmeergebied

Een van de mogelijke maatregelen om Nederland klimaatbestendig te maken is het peilbeheer te veranderen in het IJsselmeer. Ter voorbereiding op een definitief besluit hierover is in het kader van het Deltaprogramma IJsselmeergebied een quickscan uitgevoerd naar de relatie tussen een verandering in het peil en de natuurwetgeving. De vragen hieromtrent uit de Kennisagenda Peilbeheer IJsselmeergebeid zijn in drie bijeenkomsten besproken. Geconcludeerd is dat de huidige natuurwetgeving, ofschoon het Europese Hof van Justitie deze strikt hanteert, nu al mogelijkheden, “knoppen”, kent die een zekere flexibiliteit toestaan in de interpretatie en toepassing. Dat betekent voor het IJsselmeergebied dat alternatieven en strategieën voor veiligheid en zoetwatervoorziening moeten worden bestudeerd en gewogen en dat de noodzaak voor verandering van peilbeheer goed onderbouwd moet worden. Vanwege de strikte opstelling van het Europese Hof wordt geadviseerd naast de hoofdfuncties veiligheid en zoetwatervoorziening ook de functie natuur, zoals vastgelegd via de NATURA 2000 doelen, als hoofddoel te benoemen voor het Deltaprogramma. Op de langere termijn zullen ecologische processen en de bijbehorende uitingsvormen zoals soorten en habitats veranderen mede op basis van klimaatverandering. De mogelijkheid om in te spelen op deze dynamische processen zal in toekomstige natuurwetgeving moeten worden verankerd langs de weg der geleidelijkheid. Verandering is gewenst in de huidige natuurwetgeving omdat die niet ontworpen is voor de langere termijn. Het proces om te komen tot meer flexibelere en dynamische doelen waarbij ook rekening gehouden kan worden met ruimtelijke en temporele scheiding van functies verloopt via een netwerk van belanghebbenden en verantwoordelijken. Dit onderwerp dient verder verkend te worden met vertegenwoordigers van stakeholders, betrokken ministeries waaronder EL&I en vertegenwoordigers van I&M in Brussel. Wat betreft het overleg in Brussel is het zaak dat in de eerste plaats het gewenste spoor begint bij het uitwerken van strategieën waarbij met de diverse beleidsdoelen en juridische kaders integraal rekening wordt gehouden, om zo te proberen uit te komen op een ‘ideaal scenario’. Belangrijk is dan dat bij het ontwikkelen van de strategieën niet allerlei beleidsdoelen als harde randvoorwaarden zijn gehanteerd, want dan kan het zijn dat bepaalde strategieën (alternatieven) buiten beschouwing worden gelaten.

Datum rapport
26 april 2011
Auteurs
Janssen, G.M., Sluik, R.
Auteur
G.M. Janssen, R. Sluik ; Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat, Waterdienst (RWS, WD)
Uitgever
RWS, WD.
Annotatie
30 p.
ill., bijl.
Definitief
Versie 4
Documentnummer
418643