Tweede tussentijdse evaluatie proefvakken IFCO A2 Breukelen : evaluatie van hoog- en laaggelegen IFCO vakken en vergelijkingen met verticale drainage
Op besluit van Directie Utrecht is in 1996 een proefvak volgens de IFCO methode ingericht i.h.k.v. de verdubbeling van de Rijksweg 2 (A2) tussen Amsterdam en Utrecht. Interessant aan de IFCO methode is waar de stabiliteit van hoge zandlichamen met de traditionele wijze van ophogen een probleem zou vormen, en het op tijd halen van een restzettingscriterium. Voor lage ophogingen tot 2 meter is reeds ervaring opgedaan, maar voor hogere ophogingen nog niet. De vraag is of de resultaten behaald bij de lage ophogingen zonder meer geextrapoleerd mogen worden naar hoge ophogingen. Bovendien is een vergelijking met de traditionele wijze van ophogen (verticale drainage met eventueel overhoogte) erg interessant. Doelen van het onderzoek: 1. Is de IFCO methode sneller voor hoge ophogingen sneller dan de traditionele wijze van ophogen? 2. Kan met de IFCO methode in een kortere tijd worden voldaan aan de restzettingseis dan met de traditionele wijze van ophogen. Dit rapport is een vervolg op het in 2002 verschenen rapport. De metingen tot begin 2003 zijn hierin verwerkt en de conclusies en aanbevelingen zijn aan de hand van de jongste metingen bijgesteld. De monitoring van de zettingen is nog gaande. Begin 2004 zl een vervolgrapportage komen waarin de metingen over heel 2003 worden verwerkt.
- Datum rapport
- 1 februari 2003
- Auteurs
- Berg, A. van den, Grashuis, A.J.
- Auteur
- Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Dienst Weg- en Waterbouwkunde (RWS, DWW), Afdeling Infrastructuur - Realisatie en Onderhoud (IR); A.J. Grashuis en A. van den Berg
- Uitgever
- RWS, DWW.
- Annotatie
-
25 p. graf., tab. Rapportnr. DWW-2003-070 Rapportnr IR-R03.002
- Documentnummer
- 130000