Tweekleppigen in de randmeren : bemonstering 2008
In oktober 2008 zijn alle Randmeren bemonsterd. De positie van de locaties komt overeen met de posities in voorgaande meetrondes (1996, 1998, 2000, 2002 en 2004), waardoor een vergelijking met eerdere monitoringsresultaten mogelijk is. Een kanttekening hierbij is dat de Veluwerandmeren niet zijn bemonsterd in 2006 en dat het Ketelmeer al meer dan 20 jaar niet was bemonsterd. Ondiepe locaties zijn bemonsterd met een steekbuis, de diepe locaties door een duiker met een bodemschep. De monsters zijn in het laboratorium geanalyseerd. Daar zijn aantallen van alle tweekleppigen geteld, het biovolume bepaald van driehoeks-, quagga- en korfmosselen en is de lengte van driehoeks- en korfmosselen gemeten. Aan de hand van lengte-frequentie verdelingen en daartoe speciaal ontwikkelde formules zijn filtratiecapaciteitsberekeningen uitgevoerd. In de periode van 2006-2008 nam de driehoeksmosseldichtheid in het Zwartemeer, het Vossemeer en het Drontermeer af, tot op een niveau vergelijkbaar aan dat van 2004. Het Veluwemeer, Wolderwijd en Nuldernauw zijn in 2006 niet bemonsterd, maar de dichtheden driehoeksmosselen zijn in 2008 sterk toegenomen ten opzichte van 2004. Dit betreft wel de dichtheden in aantallen, vanwege de hoge aantallen jonge mosselen is deze toename veel geringer wanneer het biovolume wordt beschouwd. Het Nijkerkernauw, Eemmeer en het Gooimeer bevatten vergelijkbare dichtheden als in 2006. De verspreiding van driehoeksmosselen over de Randmeren, lijkt in 2008 toegenomen ten opzichte van voorgaande meetrondes.