Beoordeling ecologische toestand van de macrofauna in de zoute Rijkswateren, toetsjaar 2007 : toepassing van Kaderrichtlijn Water maatlatten voor natuurlijke watertypen
Ten behoeve van de rapportage over de ecologische toestand van de bodemfauna in de zoute Rijkswateren, die in 2009 zal plaatsvinden, zijn de meest recente monitoringdata geanalyseerd. Daarvoor zijn de Kaderrichtlijn Water maatlatten voor natuurlijke wateren uit 2007 gebruikt. Die maatlatten zijn, met enkele aanpassingen, gebaseerd op de BEQI-methode (benthic ecosystem quality index). Voor elk waterlichaam wordt gekeken naar de dichtheid, biomassa, soortenrijkdom en –samenstelling van één geselecteerde bodemfaunagemeenschap (informatie-niveau 3). Daarnaast wordt de omvang van de leefgebieden van gemeenschappen (informatie-niveau 2) en de verhouding tussen bodemfauna-biomassa en algenproductie op de schaal van het gehele waterlichaam (informatie-niveau 1) beoordeeld. De omvang van de steekproeven die gegevens opleveren voor de analyse van niveau 3 verschilt sterk tussen de waterlichamen. Voor vier van de elf waterlichamen is de steekproef duidelijk te klein voor een acceptabele beoordeling. Voor de overige wateren varieert de beoordeling van de gemeenschappen van zeer goed (Waddenzee) tot ontoereikend (Waddenkust). In Ooster- en Westerschelde is de omvang van sommige leefgebieden zoveel kleiner dan de referentie, dat daardoor de toestand op niveau 2 als ‘matig’ wordt beoordeeld. Op niveau 1 kan, bij gebrek aan gegevens, de toestand alleen op basis van expert kennis beoordeeld worden. Referenties