Foerageergedrag van sterns in de westelijke Westerschelde in 2002

Stelt een hypothese op dat ten gevolge van een afname in het oppervlak ondiep water van de westerlijke Westerschelde de foerageermogelijkheden voor sterns met 10% zullen afnemen. Deze hypothese is verder onderbouwd door de foerageermogelijkheden van sterns (de ecologische effecten) in de westerlijke Westerschelde te onderzoeken in relatie tot abiotische factoren en ecotopen (de morfologische effecten). In dit kader is in 2002 onderzocht waar de sterns foerageerden en wat hun foerageersucces was. Tevens is de rol van veerboten en andere schepen voor foeragerende sterns onderzocht.

Datum rapport
1 januari 2002
Auteurs
Brenninkmeijer, A., Doeglas, G., Fouw, J. de
Auteur
A. Brenninkmeijer, G. Doeglas, J. de Fouw; Altenburg en Wymenga
Uitgever
Altenburg en Wymenga.
Annotatie
56 p.
ill.
(A&W rapport ; 346)
In opdracht van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Rijksinstituut voor Kust en Zee (RWS, RIKZ) in het kader van het project MOVE
Met lit. opg.
Documentnummer
134517