Topvervlakking Maas : het effect van golfvormen, bergingsgebieden en rivierverruiming
Op verzoek van RWS-ZN is onderzocht hoe groot de topvervlakking is op de Maas en welke gebieden langs de Maas het meest hieraan bijdragen. Dit inzicht is belangrijk met het oog op toekomstige veranderingen in de rivier, zoals bijvoorbeeld maatregelen die volgen uit het Programma Integraal Riviermanagement. Topvervlakking is het verschijnsel dat een afvoergolf, terwijl deze zich in stroomafwaartse richting voortplant, steeds verder uitzakt en afvlakt. De piekafvoer neemt daardoor af en waterstanden in de benedenloop van de rivier worden hierdoor lager dan in de situatie zonder topvervlakking. Wat een gunstig effect heeft op de benodigde dijkhoogte. Om het belang van topvervlakking te onderzoeken zijn in opdracht van Rijkswaterstaat WVL door Deltares model een groot aantal modelanalyses uitgevoerd. Uit de studie komt naar voren dat het Maasplassengebied (inclusief retentiegebied Lateraal Kanaal West), het gebied Lob van Gennep en de dijkringgebieden in de Maasvallei het meeste bijdragen aan topvervlakking. In de toekomt neemt topvervlakking naar verwachting af wanneer de dijken in de Maasvallei opgehoogd worden om te voldoen aan de nieuwe waterveiligheidsnormen. Verder blijkt uit de studie dat de mate van topvervlakking toeneemt met de hoogte van de rivierafvoer en dat ook de golfvorm (spits of stomp) grote invloed heeft op de mate van de topvervlakking.