Een methode voor het berekenen van de hydrologische gevolgen van de drooglegging van Flevoland voor het gebied tussen Elburg en Harderwijk

De inrichting van het Veluwemeer wordt bepaald door verschillende factoren, waarvan - in hydrologisch opzicht - de invloed van de droogmaking op het oude land wel de voornaamste is door de hieruit voortvloeiende landbouwkundige gevolgen voor het oude land. Met behulp van de methode, welke in deze nota wordt uiteengezet, blijkt het tengevolge van de bijzondere geohydrologische gesteldheid in de kuststrook tussen Elburg en Harderwijk mogelijk de bij een bepaalde inrichting van het randmeer optredende nieuwe hydrologische toestand te berekenen. De aangegeven kuststrook wordt namelijk gekenmerkt door een grondwaterstroming naar het IJsselmeer; een diepgaand onderzoek naar deze stroming verschafte de hiervoor maatgevende bodemconstanten. Door het droogvallen van Flevoland zullen niet alleen de randvoorwaarden van het stromingsprobleem in het IJsselmeer een verandering ondergaan, maar kan ook het phreatisch vlak in het oude land -één van de randvoorwaarden aldaar - zich op een ander niveau instellen. In verband hiermee wordt de mathematische beschrijving van het hydrologisch regime na het droogvallen van Flevoland behandeld. Vervolgens worden enkele kritische beschouwingen gegeven ten aanzien van de gevolgde methode.

Datum rapport
1 januari 1953
Auteur
[Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat], Dienst der Zuiderzeewerken (RWS, ZZW); door C.H. de Jong
Annotatie
19 p.
ill.
Met samenvatting
Documentnummer
99984