Case study 4 Kabeljauwsche Waard : 3e concept

Maakt deel uit van een reeks van 8 proefberekeningen waarmee voor een hele dijkring met de best beschikbare modellen en hulpmiddelen een kans op inundatie wordt berekend. De nadruk in de berekeningen ligt echter niet op de berekende inundatiekans (die wordt nog niet nauwkeurig genoeg geacht; reden waarom de rapporten die op bestaande dijkringen zijn gebaseerd niet de naam van deze dijkring dragen, maar een pseudoniem) maar op het uitwerken van een standaard-rekenmodel voor elk van 7 bezwijkmechanismen. Daarin kan worden aangegeven met welke coëfficiënten en schematiseringen de tot nu toe gebruikte ontwerpmethoden het beste gereproduceerd kunnen worden. Het afstemmen van de gebruikte veiligheidscoëfficiënten op de sterkte van de bestaande dijken die volgens de "vigerende ontwerpmethoden" zijn ontworpen, wordt de vaststelling van het "IJkpunt" voor de inundatierisicoberekeningen genoemd. Dit laaste is het voornaamste doel van de reeks van 8 case-studies. Ze maken deel uit van het programma "Marsroute Inundatierisico" van de Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen (TAW).

Datum rapport
1 januari 1999
Auteur
TNO Bouw, Grondmechanica Delft (GD), Waterloopkundig Laboratorium (WL), Fugro, Provincie Zuid Holland; A.C.W.M. Vrouwenvelder, E.O.F. Calle, H.J. Verheij, M.T. van der Meer, R. Piek, C.M. Steenhuis
Uitgever
TNO Bouw.
Annotatie
46 p. 
bijl., tab., fig.
TNO-rapport 98-CON-R1208. - projectnaam Case studies Marsroute. - projectnr. 8.21.3.8096
Met lit.opg.
In opdracht van Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Dienst Weg- en Waterbouwkunde (RWS, DWW); projectleider P. Tonjes
Documentnummer
253784