Uitgangspunten productieberekeningen WTI2017 : aansturing, schematisaties en uitvoerlocaties
In het kader van het project WTI2017 worden voor enkele specifieke watersystemen nieuwe productieberekeningen met hydrodynamische modellen voorbereid. In het kader van deze voorbereiding wordt middels dit rapport een voorstel gedaan ten aanzien van de te hanteren uitgangspunten van deze productieberekeningen. Het betreft dan de uitgangspunten met betrekking tot de (i) aansturing, (ii) schematisaties en (iii) uitvoerlocaties. Aansturing Ten aanzien van de aansturing wordt voorlopig geconcludeerd dat er geen ingrijpende wijzigingen zullen plaatsvinden ten aanzien van het belastingmodel: geen ingrijpende veranderingen van de basisstochasten. Wellicht is er sprake van een vereenvoudiging ten aanzien van de correlatie tussen Rijn-Maas afvoer en correlatie tussen Vecht-IJssel afvoer. Schematisaties Voor de schematisaties geldt dat alle Ruimte voor de Rivier (RvR) maatregelen en alle Maaswerken maatregelen meegenomen zullen worden. Voor bodemligging geldt dat wordt uitgegaan van de meest recent beschikbare bodem. Voor vegetatie geldt dat het beeld van 1997 gebruikt gaat worden. Ten aanzien van de overige maatregelen geldt dat alle maatregelen waarvoor een MIRT3 besluit (of een vergelijkbare investeringsbesluit) is genomen en waarvoor een Baseline maatregel beschikbaar s voor 31 maart 2014, zullen worden meegenomen. Het grootste verschil tussen HR2006/HR2011 en WTI2017 is het meenemen van rivierverruimende, en dus waterstandsverlagende maatregelen. Uitvoerlocaties Voor de uitvoerlocaties geldt dat in principe de huidige set van uitvoer- en HR locaties gehandhaafd wordt, met uitzondering van de locaties waar dijkringlijnen zijn veranderd. Eventueel nieuw te definiëren locaties (als gevolg van dijkverleggingen) worden conform de WTI2011 procedure gedefinieerd.