Cyclisch beheer kwelderwerken Friesland

Door autonome ontwikkeling vindt in de huidige situatie binnen de kwelderwerken veroudering van kwelders plaats; door opslibbing verdijnt de lage kwelder ten gunste van de midden kwelder die uiteindelijk voor een groot deel begroeid raakt met Strandkweek. Beweiding kan deze uniforme begroeiing terugdringen en er voor zorgen dat de biodiversiteit verhoogd wordt. Hiermee kan echter niet worden voorkomen dat de ophoging van het maaiveld doorgaat en daarmee in feite ook de veroudering van de kwelder. Voor vogels (ganzen en broedvogels) is het effect van de autonome ontwikkeling voornamelijk afhankelijk van het gevoerde beweidings-beheer. Vanwege het idee om verjonging van de Friese kwelderwerken door maaiveldverlaging te bewerkstelligen is een verkenning uitgevoerd waarin twee (cyclische) beheermethodes zijn onderzocht op hun mogelijkheden. Hiernaast is nog gekeken naar de mogelijkheden voor compensatie bij (tijdelijk) verlies van areaal in geval van een praktijkproef met cyclisch beheer. Er wordt een korte schets gegeven van kansrijke zoekgebieden en methodes.

Datum rapport
1 januari 2007
Auteurs
Bos, D., Dijkema, K., Duin, W. van
Auteur
W. van Duin, K. Dijkema, D. Bos; Wageningen IMARES, Texel; Altenburg & Wymenga, Veenwouden
Uitgever
Wageningen IMARES.
Annotatie
68 p.
ill.
IMARES rapport C021/07
A&W-rapport 887
In opdracht van Rijkswaterstaat Dienst Noord-Nederland
Met lit. opg.
Documentnummer
357236