Alternatieve bouwgrondstoffen als vervanger van industriezand : achtergrondrapport bij rapport: Beton- en metselzand in 'overige' toepassingen
In het implementatieplan alternatieven winning beton- en metselzand (Fase 1, studierapport) is geconcludeerd dat van 5,7 mln ton van het jaarlijkse huidige verbruik in Nederland (ca. 20,5 mln ton) de toepassing onbekend is. In plaats van in beton- of metselmortels wordt dit zand gebruik in als?overige? te classificeren toepassingen zoals bijvoorbeeld op sportvelden, in drainages, of in asfalt. De vraag is hoeveel zand voor welk doel is toegepast en of in de betreffende overige toepassingen vervanging door secundaire grondstoffen aan de orde is, of zou kunnen zijn. De Werkgroep ?PIA overige toepassingen? van het Hoofdkantoor Waterstaat begeleidt het door de DWW uitgevoerd onderzoek. Het onderzoek omvatte drie onderdelen die samenvattend zijn gerapporteerd in het DWW rapport: Beton- en metselzand in ?overige? toepassingen (W-DWW-2001-024). In dit rapport zijn de achtergrondgegevens van onderdeel drie opgenomen: vaststelling door Intron of er in de geselecteerde overige toepassingen al secundaire bouwstoffen worden ingezet en in welke mate er op basis van de productspecificaties van deze toepassingen vervangingsmogelijkheden van beton- en metselzand zijn.Hierbij zijn 25 toepassingen van zand beschouwd. Kwaliteitseisen, geldende normen en eventueel door de markt aanvullend gestelde eisen komen aan de orde. Er is ook gekeken naar de alternatieve materialen (19 zandige secundaire materialen) en de vervangingsmogelijkheden.Voorts zijn de interpretaties en overwegingen van de Werkgroep ?PIA overige toepassingen? opgenomen