Actualisatie doeluitwerking Vogelrichtlijnsoorten IJsselmeergebied 2020
In dit rapport zijn de beschikbare gegevens van de vogelsoorten, beschermd onder de EU Vogelrichtlijn, geanalyseerd voor het IJsselmeergebied. De gegevens beslaan enkele tientallen jaren (niet-broedvogels 1975-1976 t/m 2019-2020; broedvogels 1990 t/m 2019). Het IJsselmeergebied kent zes N2000-gebieden, waarvan de instandhoudingsdoelen volgens de Wet natuurbescherming en in de respectieve beheerplannen zijn vastgelegd.
Hoewel in 2010 de eerste Doeluitwerking N2000 is gepubliceerd, is de Actualisatie Doeluitwerking Vogelrichtlijnsoorten IJsselmeergebied 2020 toch de eerste in zijn soort. De gegevensbestanden van Rijkswaterstaat en de provincie Flevoland / Omgevingsdienst (OFGV) zijn gebruikt voor trendanalyses en ruimtelijke verspreidingspatronen van de niet-broedvogels per N2000-gebied; hetzelfde is gedaan met de gegevensbestanden van Sovon voor de broedvogels (Netwerk Ecologische Monitoring). Het instandhoudingsdoel is per soort en per N2000-gebied getoetst (aantal broedparen per broedseizoen voor broedvogels, en gemiddelde of maximum aantal per seizoen voor niet-broedvogels).
De Actualisatie Doeluitwerking Vogelrichtlijnsoorten IJsselmeergebied 2020 zal als gegevensbron dienen voor de ecologische evaluatie van de eerste beheerplannen van het IJsselmeergebied. In deze evaluatie zal aanvullend de Doeluitwerking voor de Habitatlijnsoorten worden geactualiseerd, en parallel daaraan de ontwikkelingen in het gebruik en beheer geïnventariseerd. De koppeling tussen trends in ecologie, maatschappelijk gebruik en het gevoerde beheer plaveit vervolgens de weg naar de volgende (= 2e ) generatie beheerplannen. Dit rapport levert daarnaast ook input voor de Actualisatie van de N2000 doelensystematiek, die door het ministerie van LNV wordt voorbereid.
De resultaten van de Actualisatie Doeluitwerking IJsselmeergebied samengevat
De uitkomsten van de trend- en verspreidingsanalyses binnen de onderzochte zes N2000-gebieden zijn uitgebreid in dit rapport weergegeven. Belangrijkste conclusie is dat de doelen voor de meeste aangewezen N2000-vogelsoorten in het IJsselmeergebied sinds de aanwijzing vaker niet dan wel worden gehaald. En de situatie daarbij is voor de broedvogels over het algemeen ongunstiger dan voor de niet-broedvogels.