De bodemfauna in het Nederlands deel van de Scheldemonding
De ?Vlakte van de Raan? is een omvangrijke zandplaat, centraal gelegen in de monding van de Westerschelde. Dit overgangsgebied tussen estuarium en zee is de zuidelijkste buitendelta (ondiepte gelegen aan de zeewaartse kant van een zeegat) in België en het zuidwesten van Nederland van de rivieren Schelde, Rijn en Maas. Het is de enige buitendelta in dit gebied die nog een natuurlijke verbinding heeft met een estuarium. Sinds de Deltawerken is de uitwisseling met de noordelijker gelegen Oosterschelde, Grevelingen en Haringvliet immers niet meer mogelijk of sterk gereduceerd. Deze werken hebben niet alleen een effect gehad op het binnengebied van de Delta, maar ook in het kustgebied morfologische veranderingen in gang gezet. Een groot deel van het gebied is, ten behoeve van de bescherming van natuur en milieu, aangewezen ?respectievelijk aangemeld ? als ?Speciale Beschermingszone? in het kader van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijnen. De morfologische veranderingen resulteerden op hun beurt in verschuivingen in de ecologie van de bodemfauna. Deze veranderingen werden gevolgd binnen verscheidene monitoringsprogramma?s uitgevoerd in dit gebied over de laatste dertig jaren. Het kustgebied is verder van belang voor verschillende vormen van visserij, o.a. op schelpdieren (kokkels, strandschelpen, mesheften). Ten behoeve van de vergunningverlening wordt al een aantal jaren het bestand van deze soorten geschat op basis van jaarlijkse bemonsteringen. Ook is onderzoek verricht naar de effecten van schelpdiervisserij op de rest van het bodemleven. In voorliggend document wordt een overzicht gegeven van het uitgevoerde onderzoek en de belangrijkste resultaten daarvan, in het bijzonder wat betreft ruimtelijke en temporele fluctuaties. De resultaten worden weergegeven zoals in de onderliggende rapporten vastgelegd, maar met een focus op het mondingsgebied van de Westerschelde. We beperken ons tot de grotere, in de bodem levende dieren (macrobenthische endofauna).