De sedimentologische gevolgen van het storten van baggerspecie uit de haven van Delfzijl in het Eems-Dollard-estuarium
Na 1958 werd de baggerspecie uit de haven van Delfzijl gestort in de Mond van de Bocht van Watum, en nabij de Mond van de Dollard. Recente ontwikkelingen nabij de stortplaats in de Mond van de Bocht van Watum hadden tot gevolg dat de bereikbaarheid van deze stortplaats steeds moeilijker werd. In verband hiermee wordt een onderzoek ingesteld naar het storten van 'slib op stroom' in verband met het feit, dat deze verwerkingsmethode uit financieel oogpunt aantrekkelijker is dan het opspuiten van de baggerspecie binnendijks, of het storten op de Noordzee. In het onderzoek wordt o.a. in het bijzonder aandacht besteed aan de beantwoording van de vraag wat de meest geschikte stortplaatsen en getijfasen zijn, waarbij: het slib in de stroom blijft zweven; er geen blijvende bodemverhoging ontstaan; geen of zo min mogelijk slib in Duits beheersgebied komt; het slib richting Noordzee wordt afgevoerd; er geen of zo gering mogelijke opslibbing van de Dollard plaatsvindt.
- Datum rapport
- 1 januari 1980
- Auteur
- Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat, Directie Groningen, Meet- en Adviesdienst (MAD); [samengest. door R. Reenders]
- Uitgever
- Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Directie Groningen (RWS, GR).
- Annotatie
-
2 dl.
ill. ; 30 cm
Nota 80-14. - Dl. I : Tekst. - Dl. II : Bijlagen. - Met lit. opg. - Documentnummer
- 63255