Grondverbetering in Oostelijk Flevoland
Geeft tevens een terugblik op de grondverbetering in de Noordoostpolder en in de Wieringermeer. Daarbij worden zowel de oppervlakten aan grondverbetering als de wijzen waarop grondverbetering is uitgevoerd en zich heeft ontwikkeld voor de drie polders vergeleken met elkaar. De verschillen die daarbij naar voren komen, hebben verschillende oorzaken, uiteenvallend in twee categorieën: de verschillen in bodemgesteldheid en de verschillen in tijdsomstandigheden en in geografische ligging. Besproken worden: Grondsoorten en grondverbeteringsmogelijkheden; Diepploegen of diepspitten; Grondverbeteringsmogelijkheden door diepploegen in Oostelijk Flevoland; Wijziging van de gedachten omtrent de grondverbetering; Technische mogelijkheden voor het mengen; Landbouwkundige waarde van het mengen; Verbetering van de kleigronden; Egalisatie van tochtwallen e.d.; In welk polderstadium uitvoering van de verbetering?
- Datum rapport
- 1 januari 1962
- Auteur
- Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Directie van de Wieringermeer (IJsselmeerpolders); door C. Kalisvaart
- Uitgever
- Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Directie van de Wieringermeer (Noordoostpolderwerken).
- Annotatie
-
21 p.
fig., tab., ill.
(Flevo-Bericht ; A no. 33)
Voordracht gehouden voor de Landbouwkundige Vergadering van de Directie van de Wieringermeer (IJsselmmerpolders) op 20 februari 1962
Met lit. opg. - Documentnummer
- 51288