Het verloop van de maaiveldsdaling in de Wieringermeer vanaf het droogvallen (1930) tot en met 1975

Kennis van de inklinking van gronden is belangrijk bij de uitvoering van inpolderingsplannen. Vooral voor het bepalen van het polderpeil en de aanleg van afwateringssysteem is het belangrijk dat de hoogteligging van het maaiveld na inklinking bekend is. Ook voor de aanleg van civieltechnische werken is dit van belang. Landbouwkundig speelt de inklinking eveneens een rol, omdat storende grondlagen er hoger door in het profiel komen en mogelijk zelfs in de bouwvoor. De Wieringermeer is op grond van de verschillende afzettingen in verschillende gebieden ingedeeld. Van elk van de voorkomende gebieden worden achtereenvolgens behandeld: de globale opbouw van het bodem- profiel en de ligging van de raaien, de gemeten maaiveldsdaling in de perioden 1959-1965 en 1965-1975 en het verloop van de maaiveldsdaling in de periode 1931-1975. Een totaal overzicht wordt gegeven van de gemeten maaiveldsdaling in de Wieringermeer. De maaiveldshoogte ten opzichte van N.A.P. wordt behandeld.

Datum rapport
1 januari 1979
Auteur
[Ministerie van Verkeer en Waterstaat], Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders (RIJP); door J.J. Boelens
Uitgever
Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders (RWS, RIJP).
Annotatie
44 p.
fig, tab.
(Flevobericht ; no. 149)
Met samenvatting
Met lit. opg.
Documentnummer
189266