De zandhonger van de Oosterschelde : casestudie : de morfologische ontwikkeling van de Galgeplaat
Na de bouw van de Oosterscheldekering is het morfologisch evenwicht van de Oosterschelde ernstig verstoord, doordat de getijdenslag en vooral het getijdenprisma sterk zijn verminderd. De eb- en vloedgeulen zijn te ruim voor het volume aan water dat er sindsdien doorheen stroomt. De geulen sedimenteren langzaam tot een nieuw evenwicht in het morfologisch systeem: de zogenaamde zandhonger. Dit onderzoek bestudeert de effecten van de zandhonger op de Galgeplaat en de hiermee gepaard gaande processen, met name de verticale erosie. De hypotheses uit de literatuurstudie worden in dit onderzoek met behulp van een data-analyse getoetst. Aan de hand van computersimulaties met het WAQUA- en SWANmodel zijn de bevindingen uit de data-analyse nog eens extra getoetst. Daarnaast zijn de computermodellen gebruikt om de invloed van een plaatdaling of een zeespiegelrijzing op de stromings- en golfvelden te bestuderen.
- Datum rapport
- 1 januari 2006
- Auteurs
- Hoeven, M.L.E.B. van der
- Auteur
- leerstoel Kustwaterbouwkunde, faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen, Technische Universteit, Delft (TU Delft); M.L.E.B. van der Hoeven
- Uitgever
- TU Delft.
- Annotatie
-
152 p.
ill.
Afstudeerverslag TUDelft
In opdracht van Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Rijksinstituut voor Kust en Zee (RWS, RIKZ)
Met lit. opg. - Documentnummer
- 353788