Vrij eroderende oevers langs de Maas : Landschapecologisch streefbeeld
ecologie; criteria voor het ingrijpen bij oevererosie, incl. de interventielijnen in het InstandhoudingsPlan Oevers (IHP)) en voorgenomen activiteiten (zoals de uitwerking van actieve oevererosie tot een richtlijn voor Beheer & Onderhoud en het realiseren van de Kaderrichtlijn-Water-doelen) scheppen een basis voor een nieuwe methode om de Maasoevers dynamischer, natuurlijker en ecologisch interessanter te maken. Het gaat dan om het verwijderen van de in de zeventiger jaren aangebrachte oeververdedigingen op plaatsen waar dit niet conflicteert met andere functies (zoals scheepvaart of de veiligheid van kunstwerken). Het doel van deze op zichzelf eenvoudige maatregel is de herintroductie van golf- en hoogwaterdynamiek, waardoor een gewenst proces van vrije oevererosie en spontane natuurontwikkeling op gang komt. Hiermee verschuift het accent van natuurtechnisch inrichten van de oeverzones naar het treffen van voorwaardenscheppende maatregelen. Gestreefd wordt hierbij naar het creëren van een situatie die de natuurlijke situatie (dus een situatie zonder oeverbescherming) zo goed mogelijk benadert. Met het streven naar vrije oevererosie is de behoefte gegroeid om nauwkeuriger te omschrijven wat we met vrij eroderende oevers willen bereiken. Dit wordt vastgelegd in het voorliggende streefbeeld, dat vooral betrekking heeft op de natuur die ontstaat door vrije oevererosie. Bij het opstellen van dit streefbeeld is uitgegaan van het handhaven van de huidige zomerbedcondities, dus met een vast stuwpeil, met scheepvaart en beperkte mogelijkheden voor habitats van stromend water.
- Datum rapport
- 4 augustus 2005
- Auteurs
- Peters, B.
- Auteur
- B. Peters ; Bureau Drift
- Uitgever
- Bureau Drift.
- Annotatie
-
38 p.
ill.
Met lit.opg.
In opdracht van Rijkswaterstaat Directie Limburg - Documentnummer
- 436751