De consequenties van een diepgangsvergroting op de Schelde-Rijnverbinding en het Amsterdam-Rijnkanaal van 3,30 tot 4,00 m worden besproken. Aan de orde komen o.a. snelheidsbeperkingen, knelpunten en de effectiviteit van diepgangsvergroting.
auteur(s): [projectleider P.A. de Bruijn]; [Ministerie van Verkeer en Waterstaat], Rijkswaterstaat, Dienst Verkeerskunde, Hoofdafdeling Scheepvaart