Mogelijkheden van biomanipulatie ten behoeve van het waterkwaliteitsbeheer in Nederland : eindverslag van een literatuuronderzoek in opdracht van het Rijksinstituut voor Zuivering van Afvalwater uitgevoerd in de periode juni 1984 tot april 1985

Een groot deel van het Nederlandse oppervlaktewater is sterk eutroof. Dit uit zich in zichtdiepten van enkele decimeters en een ongewenste opbloei van cyanobacteriën. Er wordt naar gestreefd deze eutrofiëring terug te dringen tot een toestand is bereikt waarin de gemiddelde zichtdiepte in het zomerhalfjaar 100-110 cm bedraagt en waarin groenalgen en hogere waterplanten weer domineren. Tot dusver heeft de waterbeheerder geprobeerd de waterkwaliteit te herstellen door het verlagen van de externe nutriëntenbelasting, hetzij door waterzuivering hetzij door middel van doorspoeling met nutriëntenarm water. In deze literatuurstudie wordt de bruikbaarheid van biomanipulatie als aanvullende maatregel ter verbetering van de waterkwaliteit onderzocht. Onder biomanipulatie wordt hier verstaan het gebruik maken van de wisselwerkingen tussen de componenten van het aquatische ecosysteem teneinde de algenbiomassa te verlagen.

Datum rapport
1 januari 1985
Auteur
door A.F. Richter; Limnologisch Instituut
Uitgever
Limnologisch Instituut.
Annotatie
109 p.
fig., tab.
Met lit. opg.
Eindverslag van een literatuuronderzoek
in opdracht van het Rijksinstituut voor
Zuivering van Afvalwater (RWS, RIZA) uitgevoerd in de periode juni 1984 tot april 1985
Documentnummer
100289