Isolatie en kweek van pelagische Oosterschelde-diatomeeën

Twee methoden voor de isolatie van pelagische diatomeeën uit Oosterschelde seston werden vergeleken. F/2-agarplaten bleken geschikt voor de groei van sommige laboratoriumstammen. Veel voorkomende soorten zoals Biddulphia aurita groeiden niet op agar. Er werd een opstelling gemaakt waarmee met behulp van een Pasteurse pipet direct cellen uit een monster geïsoleerd kunnen worden. Bovendien kan met deze opstelling een cel diverse malen gespoeld worden met een steriele vloeistof. Op deze wijze werden 26 verschillende soorten diatomeeën geïsoleerd en geënt in f/2-medium. Hiervan sloegen 19 soorten aan, 13 soorten werden langdurig gekweekt onder "natuurlijke" omstandigheden. Bij de bereiding van het groeimedium traden een aantal moeilijkheden op. Verbeteringen van de bereidingswijze losten deze moeilijkheden gedeeltelijk op.

Datum rapport
1 januari 1985
Auteur
L. Peperzak; Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Dienst Getijdewateren, [Hoofdafdeling Algemeen Onderzoek, Afdeling Biologie]
Uitgever
Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Dienst Getijdewateren (RWS, DGW).
Annotatie
[30] p.
fig., tab. ; 30 cm
Notanr. : GWAO-86.109. - Met lit. opg.
Documentnummer
213310