Notitie PFAS in CO2
Bevindingen van het onderzoek door RIVM naar de mogelijke aanwezigheid van fluorhoudende verbindingen, zogenaamde PFAS, in koolstofdioxide dat gewonnen wordt uit de rookgassen van de afvalverbrandingsinstallatie van AVR in Duiven. Dit onderzoek is door het RIVM uitgevoerd in opdracht van RWS WVL, afdeling LOAC binnen het programma Ondersteuning afval- en circulaire economie beleid van IenW DLCE.
Het RIVM verwacht op basis van de eisen in het Activiteitenbesluit en de richtlijn 2010/75/EU voor afvalverbranding, te weten een verbrandingstemperatuur van ten minste 850 °C en een verblijftijd van ten minste 2 seconden, dat PFAS tijdens de afvalverbranding grotendeels worden afgebroken. Bij de winning van koolstofdioxide uit de rookgassen met de door AVR gebruikte CO2-afvanginstallatie zal het koolstofdioxide zeer waarschijnlijk geen aantoonbare PFAS-concentraties bevatten. Meer zekerheid over de aanwezigheid van PFAS in het gewonnen kooldioxide is te verkrijgen als er nauwkeurige PFAS-metingen mogelijk zijn bij het beschikbaar komen van gevalideerde meetmethoden.
De meting van de totaalconcentratie fluoride is niet geschikt om als indicator te dienen voor de aanwezigheid van PFAS-concentraties in koolstofdioxide. Hiervoor ontbreekt bij de fluoride-meetmethode selectiviteit en een voldoende lage bepalingsgrens.
De notitie gaat uitsluitend in op het mogelijk vóórkomen van PFAS in de rookgassen en het daaruit gewonnen koolstofdioxide. De bevindingen geven geen inzichten over het mogelijk vóórkomen van andere schadelijke stoffen.