Eindrapport trillingshinder
Omdat in de bebouwde omgeving trillingen schade of hinder kunnen veroorzaken is in 1995 een onderzoek gestart om voor gebouwen een voorspelling mogelijk te maken van de te verwachte hinder of schade. Het eerste empirische model was onvolledig en diende uitgebreid te worden met bron- en bodemmodulen. Tevens dienden de empirische modellen omgezet te worden in fysische modellen. Het nieuwe prognosemodel is opgebouwd uit 4 hoofdmodulen: bronmodulen, transmissiemodulen, gebouwenmodulen en meetmodule.Bij de Tweede Heinenoordtunnel is een eerste validatie uitgevoerd. In het kader van het project OLS is het L400-model uitgebreid voor toepassingen voor ondergrondse transporttechnieken. Het prognosemodel kan in een PC-omgeving functioneren en de gebruiker kan naar believen ingrijpen en eigen meetresultaten in het prognosemodel invoeren. De tweede fase van het onderzoek, waarvan dit rapport verslag doet, kenmerkt zich door het uitbreiden, verfijnen, verifiëren en valideren van de rekenkernen van het prognosemodel.
- Datum rapport
- 1 januari 2000
- Auteurs
- Esveld, C.
- Auteur
- C. Esveld ... [et al.]; CUR/COB-commissie L400
- Uitgever
- Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research Regelgeving (CUR), Centrum Ondergronds Bouwen (COB).
- Annotatie
-
88 p. ill. (Eindrapport CUR/COB ; L 400-01) Met lit.opg. Met verklarende woordenlijst H.J. van der Graaf zat in de commissie namens de Bouwdienst Rijkswaterstaat ISBN 9037602819
- Documentnummer
- 178128