ENCI-groeve als retentiebekken
De Maas is gedurende zijn bestaan geregeld buiten haar oevers getreden. De ene overstroming bracht meer materiële en immateriële schade met zich mee dan de andere. Daarom hebben de bewoners van de gebieden langs de Maas in de loop van de tijd oplossingen ontwikkeld voor de hoogwaterproblematiek. Deze oplossingen bestonden uit het aanbrengen van dijken, kaden, sluizen maar ook eenvoudige barrieres, zoals bijvoorbeeld zandzakken werden toegepast. Tegenwoordig zijn deze ontwikkelingen met betrekking tot het reguleren van de hoge afvoeren van de Maas en het voorkomen van overstromingen in volle gang. Een van deze ontwikkelingen is het gebruik van de ENCI-groeve als retentiebekken. Met retentie wordt bedoeld het onttrekken van een deel van het debiet van een hoogwatergolf, zodat bij de passage van deze hoogwatergolf afgevlakt wordt. Als gevolg hiervan worden de waterstanden verlaagd. Retentie is gericht op een verandering van het afvoerverloop in de tijd. Dit is niet hetzelfde als rivierverruiming. Het effect van retentie geldt voor het gehele benedenstroomse gebied, vanaf de plaats waar het debiet aan de rivier wordt onttrokken. De invloed van de retentie zal verder benedenstrooms wat afnemen. Hoe snel dit gaat is afhankelijk van de aanwezige berging in het systeem. Dit afstudeerverslag is opgesteld om de haalbaarheid van het gebruik van de ENCI-groeve als retentiebekken te onderzoeken in opdracht van Rijkswaterstaat.