Wisselwerking tussen opzet en verticaal getij
Onderzoek is verricht naar de wisselwerking tussen opzet (gemeten stand-astronomische stand) en het verticaal getij. Hierbij is enerzijds gebruik gemaakt van het volledige opzetverloop en anderzijds van opzetten tijdens hoogwater en laagwater. In deze studie zijn de gegevens van de stations Vlissingen, Hoek van Holland, Den Helder, Harlingen en Delfzijl in beschouwing genomen. Indien het gemiddelde opzetverloop genomen wordt is de wisselwerking van de 4 stations het grootst bij Harlingen en het kleinst bij Hoek van Holland. De wisselwerking manifesteert zich voornamelijk voor wat betreft de opwaaiing in pieken 4 a 5 uur voor hoogwater, terwijl voor afwaaiing het beeld minder stelselmatig is. Kijkend naar de hoogwater- en laagwateropzet zijn de verschillen ertussen het grootst bij Vlissingen (ongeveer 25 %).