Evaluatie van het lange termijn zettingsonderzoek in Almere

De bodem in Zuidelijk Flevoland bestaat uit circa 5 m sterk samendrukbare klei- en veenlagen. In verband met ontwatering en begaanbaarheid tijdens de bouw is het stedelijk gebied van Almere opgehoogd met circa 1 meter zand. Als gevolg van het opbrengen van de meter ophoogzand treedt zetting op. Om voorspellingen van de grootte en het verloop van de zettingen te toetsen is op een tiental plaatsen een meetopstelling ingericht voor het meten van waterspanningen en zettingen. Behalve de belasting door het opgebrachte zand is ook de invloed van veranderingen van grondwaterstand en stijghoogte in het Pleistoceen in de berekeningen meegenomen, alsmede de invloed van de drooglegging in het verleden. Als resultaat blijkt dat niet met een simpel programma de zetting in alle gevallen kan worden voorspeld. De schematisatie van de randvoorwaarden moet met gevoel voor de processen plaatsvinden. De gemeten zetting verloopt in werkelijkheid in het begin vaak sneller, terwijl de wateroverspanning in de berekening bij aanvang van de belasting hoger is dan gemeten en in gebieden met een basisveenlaag in werkelijkheid veel minder snel afneemt dan in de berekening wordt gevonden.

Datum rapport
1 januari 1985
Auteur
Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Directie Flevoland (RWS, FL); door M.A. Viergever
Uitgever
Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Directie Flevoland (RWS, FL).
Annotatie
192 p.
fig., tab.
(Flevobericht ; nr. 330)
Met samenvatting
Met lit. opg.
ISBN 9036910854
Documentnummer
8192