Onderzoek ten behoeve van opstellen van scheepvaartstatistieken te Terneuzen
In het gedeelte A zal een telling worden uitgewerlct in de binnenvaart via de sluizen te Terneuzen. De gegevens voor deze telling zijn getrokken uit het schutregister (sluisboek), dat is samengesteld uit telforinulieren van het bestaande model R 1672-6-68. Om een beeld te krijgen van de bestaande verkeers- en goederenstromen is in deze telling het totaal-cijfer voor het draagvermogen en de vervoervracht gesplitst aan de hand van de trajecten of vaarroutes waarop het vervoer plaats vindt, terwijl per traject de aard van de goederen wcrdt nagegaan. Cp deze manier ontstaat een gedetaillserd beeld van de aanwezige vervoersrelaties; schommelingen of verschuivingen in het vervcer kunnen worden gelocaliseerd en de oorzaken van deze verschijnselen opgespoord.
In het gedeelte B wordt behandeld wat er in verband met het verwerken van de verzamelde gegevens zou mceten gebeuren bij het inrichten van tellingen op een plaats waar men zowel met zeevaart als met binnenvaart te maken heeft. Om de onderlinge verhouding en eventuele onderlinge verschuivingen te kunnen aflezen, dient de tonnage van zeevaart en binnenvaart in dezelfde eenheid te worden uitgedrukt. Tevens dient men uit de genoteerde gegevens voor beide vervcerstakken de goederengrafieken te kunnen samenstellen. Om aan deze opgave te kunnen voldoen komt men in dit gedeelte tot een gewijzigd telformulier R 1672-6-68.
In het gedeelte C wordt nagegaan hoe de tellingen moeten worden gebruikt om een indruk te krijgen van het toekomstige vervoersbeeld. Daartoe wordt erbij stilgestaan welke omstandigheden nu op dit vervoersbeeld van invloed zijn en hoe die zich in de toekomst zullen ontwikkelen. Tenslotte zullen deze bevindingen worden samengevat in een conclusie voor de te volgen werkwijze bij het opstellen van de prognose.