De geologische opbouw van de ondergrond van het mondingsgebied van de Westerschelde en de rol hiervan in de morfologische ontwikkeling
Vastlegging van geologische kennis over de plaats en aard van stroomresistente lagen , en het vaststellen van hun invloed op de opgetreden en toekomstige ontwikkelingen van geulen en platen. Het achterliggende idee is dat lagen in de ondergrond met een lage erosiegevoeligheid het vrijelijk verplaatsen van met name geulen kunnen belemmeringen.
- Datum rapport
- 1 januari 1997
- Auteur
- A.J.F. van der Spek; bijdr. P.J. Frantsen, A. Menkovic, J.H.J. Ebbing; Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen TNO
- Uitgever
- TNO.
- Annotatie
-
48 p., bijl. ill. TNO-rapport NITG 97-284-B In opdracht van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Rijksinstituut voor Kust en Zee (RIKZ) in het kader van het project K2000*KOP (KUST*2000) Met lit. opg.
- Documentnummer
- 164462