Bouwdienst toetst standzekerheid van windmolenparken in de Noordzee : leven van de wind
In Nederland zijn twee plannen in de maak voor windmolenparken in de Noordzee. Nog nergens ter wereld is ervaring opgedaan met het bouwen van windturbines in diepe zee?n. Aan de Bouwdienst werd gevraagd om de zogenoemde standzekerheid van de molens te toetsen. Ze moeten natuurlijk niet bij de eerste de beste storm omwaaien. De afdeling Constructieve Waterbouw van de Bouwdienst heeft onlangs de ontwerpen getoetst van de eerste windmolenparken die in de Noordzee moeten komen. Het ging om een globale controle op de constructie van de masten en de fundering. Dan praten we over holle stalen masten van zo'n 150 meter lang, met een diameter van 4,75 meter en 6 centimeter wanddikte. In de paal lopen trappen en bevinden zich de technische installaties . Van de masten zal zeventig meter boven het wateroppervlakte uitsteken. De Noordzee is op de betreffende locaties zo'n twintig tot vijfentwintig meter diep. Veertig meter paal gaat de bodem van de Noordzee in voor de verankering. De lengte van de rotorbladen bedraagt 46 meter, zodat het hoogste punt (de tip van turbineblad) zich dus 116 meter boven het wateroppervlakte bevindt. Interview met Geert Smits van de Bouwdienst Rijkswaterstaat en Ronald van den Heuvel van Directie Noordzee.