De invloed van de Oosterscheldewerken op de bodemsamenstelling van de intergetijdegebieden in de Oosterschelde
Door de aanleg van een stormvloedkering en twee compartimenteringsdammen is de hydrodynamica van de Oosterschelde veranderd. Deze hydrodynamische veranderingen beïnvloed(d)en de bodemsamenstelling van de intergetijdegebieden in de Oosterschelde. Drie intergetijdegebieden (Roggenplaat, Galgeplaat en Krabbenkreek) zijn in de zomers van 1985 en 1989 intensief bemonsterd. Uit de resultaten van dit onderzoek komen significante verschillen in bodemsamenstelling tussen beide jaren naar voren. Over het algemeen was de bodem van de intergetijdegebieden in 1989 slibarmer, grover en zachter (meer vocht) dan in 1985. Uit bemonsteringen op enkele lokaties op drie intergetijdegebieden blijkt dat de bodemsamenstelling een grote temporele variatie vertoont. Voor de Galgeplaat kan deze variatie deels worden gerelateerd aan fysische en biologische factoren.
- Datum rapport
- 1 januari 1991
- Auteur
- Rijksuniversiteit Utrecht, Vakgroep Fysische Geografie, Geografisch Instituut en Instituut voor Ruimtelijk Onderzoek (IRO) = Institute of Geographical Research; W.B.M. ten Brinke
- Uitgever
- RUU.
- Annotatie
-
43, [26] p. ill. ; 30 cm Rapport GEOPRO 1991.03 Onderzoek uitgevoerd binnen het kader van het projekt Evaluatie OosterSchelde (EOS) in opdracht van Ministerie ven Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Dienst Getijdewateren (RWS, DGW) Met lit. opg.
- Documentnummer
- 213231